Vandaag begint Carnaval. Tot en met dinsdag 17 februari zal het zuiden van ons land (en enkele andere delen boven de rivieren) in het teken staan van ‘het feest der feesten’. Dorpen en steden – met carnavaleske naam - zijn vier dagen lang magisch omgetoverd tot waar een hos,- en drinkparadijs voor jong en oud. Gekleed in boerenkiel of uitgedost in bontgekleurd kostuum vliegen de optochten, dweilorkesten en consumptiemunten je om de oren.

Er staat al eeuwen een paard in de gang
Carnaval. Car-na-val. De vooravond van de Vastentijd. Waar men oorspronkelijk afscheid nam (vale) van het vlees (carne), maar waar het nu meters bier regent en er nog steeds een paard in de gang staat. De geschiedenis van die katholieke – en dus volgens de niet-katholieken ‘heidens’ – feest vertelt ons dat de vier dagen van uitzinnige vreugde, vermommingen en vreemdgaan nodig waren om de Vastentijd tot Pasen te kunnen doorstaan. Van Vastelaovond tot het haringhappen op de dinsdag: op Aswoensdag werd er – vaak met een kater van hier tot ginder – een kruisje en een takje gehaald in de kerk en kwam het snoeptrommeltje tevoorschijn. Vervolgens konden de 40 dagen van bezinning gaan beginnen.

Mien waar is mijn feestneus…en die van de Prins?

Al op de elfde van de elfde wordt het startsein gegeven voor die doldwaze toestanden. Complete hofhoudingen, bestaande uit Prinsen, hofnarren, dansmariekes, minstrelen (lees: hoempapabandjes) en anders koninlijke adviseurs worden gekozen en gepresenteerd aan de inwoners van Lampegat (Eindhoven), Oeteldonk (Den Bosch), Kielegat (Breda) of Kruikenstad (Tilburg). Oergezellige carnavalsverenigingen bouwen aan hun paradewagens, zingende dorpsgenoten studeren een regelrechte carnavalskraker in en de rest van de plaatselijke bevolking bestormt de plaatselijke feestwinkel voor een (apen)pak en kilometers serpentines. Het is het feest van het jaar en daar moet iedereen bij zijn.

Het is weer tijd voor de internationale polonaise
De van oorsprong Poolse volksdans – vandaar de naam – is één van de bekendste dansen met de Carnaval. Wereldwijd stapt men ook in de polonaise: de dans van de saamhorigheid. In Andorra, Bolivia, Brazilië, Ecuador, Frans-Guyana en op Aruba, Curacao en de Antillen vieren ze ook vier dagen lang in vol ornaat Carnaval en gaan ze helemaal los. Uruguay spant de kroon: dit land viert maar liefst 40 dagen Carnaval.

Er is zo ontzettend veel te vertellen over Carnaval, maar om een goed en duidelijk beeld van te krijgen raad ik je toch aan de auto (of de trein in verband met de alcohol) te pakken en richting het zuiden te gaan. Carnaval moet je voelen, moet je ontdekken, moet je beleven. En uiteraard moet je er ongelooflijk van genieten. Aláááááááf!